Skip to content

Het creëren van veiligheid in de klas

De meeste leerkrachten hebben wel wat ervaring met het creëren van een veilige omgeving in de klas. Een sfeer om met elkaar gevoelige en ingewikkelde zaken te bespreken. Bij dit onderwerp is dat zeker van belang.

In deze brochure en ook op de website is een uitgebreid aantal klassikale oefeningen te vinden. De oefeningen zijn optioneel. We zijn ons er van bewust dat het schoolcurriculum zwaar weegt en niet altijd ruimte geeft om nieuwe dingen te doen. Ook zullen er al scholen zijn die vertrouwd zijn met lesmateriaal over discriminatie in het algemeen en over LHBT onderwerpen in het bijzonder, terwijl er ook scholen zijn waarbij dit onderwerp vrij nieuw of geheel nieuw zal zijn.

We nodigen je uit om vanuit jouw professionele kennis en ervaring zelf te beoordelen welke onderdelen van dit lesmateriaal het meest geschikt zijn voor jouw leerlingen. Je kunt uiteraard ook oefeningen overslaan of aanpassen. We horen ook graag je ervaringen hiermee, zodat we het project kunnen blijven verbeteren. Contactgegevens per land vind je achteraan.

Het is belangrijk dat je de leerlingen vooraf goed informeert over de oefeningen en discussies tijdens de uitvoering van het project. De onderwerpen die ter sprake komen liggen en zijn gevoelig. Leerlingen krijgen allemaal de kans om hun mening te geven en gevoelens te uiten, maar moeten ook de meningen en ideeën van anderen respecteren en naar elkaar luisteren, ook wanneer ze het niet met elkaar eens zijn.

Stel een samenwerkingsovereenkomst op

 

Samenwerkingsovereenkomst

Rechten en verantwoordelijkheden

We respecteren ieders recht om zelf te bepalen hoe hij/zij aan de oefening en discussie deelneemt en iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn/haar eigen leerproces en bijdrage.
We zullen niemand op wat voor soort manier dan ook onder druk zetten.
We erkennen onze rechten en onze verantwoordelijkheden:
Om persoonlijke etiketten van anderen ter discussie te stellen,
Om stereotypen over anderen te verwerpen en
om onszelf te beschermen tegen beperkende generalisaties.

Interactie

We moedigen het stellen van vragen aan: vragen om iets te nader te verklaren, vragen die iets checken, vragen die overeenkomsten en verschillen benadrukken en vragen die een mening toelichten.
Wanneer iemand aan het woord is, vraag je netjes of je iemand mag onderbreken, om commentaar te geven of te checken wat er is gezegd.
We nemen een constructieve houding aan in dit leerproces en om onze leerdoelen te bereiken.
We spreken af om over onze eigen persoonlijke ervaringen te praten, omdat iedereen gelijk is en onze ideeën, meningen en gevoelens allemaal even waardevol zijn of ze nu uniek of universeel zijn.

Vertrouwelijkheid

Wat er tijdens de lessen wordt gezegd en verteld door iedereen is vertrouwelijke informatie en daar zal op geen enkele manier misbruik van worden gemaakt buiten de lessen.
Met de groep wordt de procedure besproken hoe er na deze lessen met dit soort informatie wordt omgegaan om het proces te vervolgen.

Positieve feedback

Geef positieve feedback en laat ook weten wanneer er opmerkingen gemaakt worden die iemand kunnen kwetsen, verontrusten, schaden of zich ongemakkelijk bij voelen. Dit is een manier om te leren omgaan met aangeleerd onderdrukkend gedrag en houding. Dit is ook een belangrijk aspect waardoor we laten zien dat we oog hebben voor ieders kwetsbaarheid.

 

Alle leerlingen krijgen een exemplaar en verklaren zich akkoord met de inhoud. Het document bevat afspraken rond rechten en verantwoordelijkheden, de interactie tussen de deelnemers, vertrouwelijkheid van hetgeen gezegd wordt etc.

Associatieoefening

Eén manier om de gevoelens in een groep naar boven te halen is volgende associatieoefening:
Iedere leerling noemt één woord (of schrijft dit op het schoolbord) dat hij/zij associeert met het woord: ‘homo- of transseksualiteit’. Dit geeft meteen een idee met welke gevoelens rekening gehouden moet worden en welke gevoelige onderwerpen eerst moeten worden aangepakt. Dit kan ook helpen de keuze voor een film voor je groep te bepalen.

Daarna kan je de leerlingen bewust maken van een aantal onuitgesproken regels die te maken hebben met gender/sekse, seksuele identiteit en gedrag. Ook kan het verliefd worden op iemand van je eigen sekse aan de orde komen en geef je eventueel een korte uitleg van het woord ‘transgender’. Afhankelijk van de leeftijd van de kinderen en de onderwerpen die in een bepaalde film aan de orde komen (het is belangrijk dat je de films zelf vooraf gezien hebt), kan je vooraf een aantal vragen stellen, die tijdens het bekijken van de film beantwoord kunnen worden en achteraf samen besproken.

Stimuleer de leerlingen vooral om veel vragen te stellen tijdens deze lessen. Dat geeft hen niet alleen een veilig gevoel, maar doordat ze verschillende antwoorden krijgen, krijgen ze ook een diversiteit aan meningen te horen. Wanneer er onduidelijkheid over een onderwerp ontstaat is het aan de leerkracht om correcte informatie te geven. Grijp ook in wanneer er omstreden of discriminerende opmerkingen worden gemaakt. De films snijden de volgende onderwerpen aan: pesten, rolmodellen, religie, uit de kast komen en vragen rondom seksualiteit.

Discussie na het vertonen van de film

Het is aan te bevelen direct na het vertonen van een film de meest brandende vragen te bespreken. Geef de leerlingen de mogelijkheid hun eerste reacties te uiten en schat op grond hiervan in waar de rest van de discussie over zal en kan gaan.

Probeer objectief te bediscussiëren wat de leerlingen hebben gezien: ‘Wat heb je gezien? Heeft iedereen hetzelfde gezien? Heb je bepaalde patronen, regels gezien? Houden de acteurs zich aan de regels die de maatschappij hen oplegt? Vergelijk deze ‘ongeschreven regels’ met ongeschreven regels die sociaal geaccepteerd zijn, bijvoorbeeld het door rood licht fietsen door fietsers en het toch roken op jonge leeftijd. Dat soort voorbeelden kunnen de discussie op gang helpen.

Leg uit aan de leerlingen dat impliciete regels ten aanzien van heteroseksualiteit en gender/sekse ook ongeschreven en stille regels zijn. Men heeft het er niet over, maar ze zijn er wel. Ze hebben vaak een enorme invloed op de persoonlijke ontwikkeling. Zodra jongeren beginnen met socialiseren, realiseren ze zich dat ook. Zelfs hele jonge kinderen weten goed waarover je niet mag praten. Zo ontstaan taboes. Ergens niet over mogen praten kan erg zwaar zijn, zeker wanneer je je anders dan de anderen voelt. Zwijgen kan een enorme druk leggen op de persoonsontwikkeling.

Dit is de reden om juist dit soort ‘regels’ eens met elkaar te bespreken. Waarom bestaan er ongeschreven regels rondom ‘heteroseksualiteit en/of stereotype gender/sekse rollen’? Hoe is dat ontstaan? Wie heeft bepaald dat jongens zich maar op een bepaalde manier mogen gedragen? Wie heeft bepaald dat je je als meisje altijd aangetrokken moet voelen tot jongens? Wat maakt het voor iedereen uit?

Als afronding van de discussie/oefening zou de conclusie getrokken kunnen worden dat je ook trots kunt zijn om LHBT-er te zijn. In het leven heeft iedereen bepaalde problemen op te lossen. We voelen ons trots wanneer we een probleem hebben overwonnen. De samenleving maakt het soms lastig om LHBT-er te zijn. Iedereen in de klas kan zelf nagaan hoe hij/zij zich voelt in een situatie wanneer je anders bent dan de anderen. Probeer iedereen te laten ervaren hoe het voelt om je als homo trots te voelen in een hetero wereld, en hoe het is om trots te zijn als zwarte in een witte wereld of als trotse moslim in een christelijke wereld. Maar het is belangrijk om te ervaren dat je niet diezelfde trots voelt wanneer je lesbisch bent in een lesbische wereld, als zwarte in een zwarte wereld of als moslim in een moslim wereld. Wat iemand trots maakt is het overwinningsgevoel binnen een groep waarin je anders bent.

Wanneer iedereen in de klas bij zichzelf nagaat waarin hij/zij uniek is, dan zal iedereen ook begrijpen hoe deze groep omgaat met onderlinge verschillen en solidariteit en niet langer afwijkend gedrag stigmatiseren of uitsluiten. Dit helpt elkaar te accepteren en te ondersteunen waar binnen de groep plaats is voor verschillen.

Vraag de leerlingen wat zij van de discussie vonden en wat ze eventueel misten of waar ze meer over willen weten. Geef ze voorbeelden of bronnen waar ze zelf meer informatie kunnen vinden.