Skip to content

Woordenlijst van LHBT termen

A

Androgynie: Afwijzing van het digitale model (zie hieronder) en het zich voorstaan van gender diversiteit. Velen geloven dat gender stereotypen ons vanaf de kinderschoenen dwingen om aan voorafbepaalde gedragspatronen, verbonden aan ons waargenomen geslacht, te voldoen.

B

Bi(seksueel): Seksuele gerichtheid waarbij een persoon zich seksueel aangetrokken voelt tot zowel mannen als vrouwen.
Bear: sterk behaarde homo

C

Camp: een geaffecteerde of verwijfde manier van mannelijk gedrag, een homo stereotype.

Cisgender: Term voor iemand wiens sekse bij de geboorte en latere gender precies op elkaar afgestemd zijn.

D

Digitaal model: Model dat veronderstelt dat iedereen zichzelf uitsluitend mannelijk of vrouwelijk ervaart.

Diversiteit: Een benadering van (on)gelijkheden, waarin men positief ervaart dat mensen verschillend zijn.

Diversiteit vieren: het accentueren van de positieve waarden van een diverse samenleving als een manier voor de bevordering van gelijkheid en mensenrechten.

Drag(queen): (Homoseksuele) vorm van travestie, meestal voor amusementsdoeleinden.

F

Familie: Een echte liefhebbende familie heeft geen behoefte aan een vrouwelijke moeder en een mannelijke vader. Kunstmatige inseminatie en vooruitgang bij de adoptiewetgeving heeft geleid tot een groei in gezinnen met ouders van hetzelfde geslacht. Daarnaast komen kinderen in de westerse samenleving vroeger uit de kast als Lesbo, Homo of Bi en presenteren zich eerder in het leven als Trans. Veel gezinnen weten dus dat ze kinderen opvoeden die weten dat ze lesbisch, homo, bi of transgender zijn. Dit zou moeten worden weerspiegeld in gebruikte leerplannen en middelen.

Flikker: scheldwoord voor homo's, maar door hen zelf ook als geuzennaam gebruikt

F2M: Vrouw (Female)-naar-Man transseksueel. Vooral in de VS bekend als Trans-man

G

Gay: uit het Engels overgenomen term, met een meer eufemistische en trendy klank

Gelijkheid: Concept dat alle mensen moeten worden behandeld als gelijken en dezelfde politieke, economische, sociale en burgerrechten krijgen.

Gelijke Kansen/Behandeling: Het concept dat iedereen gelijke toegang moet krijgen tot banen, diensten, huisvesting, gezondheidszorg, enz. ongeacht hun ras, handicap, leeftijd, seksuele gerichtheid, geslacht, geloof, enz. Alle Europese landen hebben anti-discriminatiewetgeving, maar het varieert sterk in vorm.

Genderdysforie: Het gevoel dat iemands geslacht verschilt van zijn/haar geboorte geslacht.
“Een geslachtsidentiteitsstoornis of genderdysforie is een psychische aandoening. Voorgesteld wordt in de opvolger van DSM-IV, DSM V dus en ICD10 Hoofdstuk V, om dit te schrappen als psychische aandoening (*Sexual and Gender Identity Disorders Proposed for Possible Removal from DSM (No DSM-5 Criteria Proposed)), waarbij iemand zich enerzijds ongemakkelijk voelt bij de geldende normen voor zijn of haar sekse en zich anderzijds aanhoudend identificeert met het andere geslacht. De symptomen zijn vaak al op jongere leeftijd waar te nemen.” (wikipedia.nl)

Geslachtsverandering: medische ingreep om iemands fysieke geslacht te veranderen, met inbegrip van genitaliën. Soms wordt het geslachtsaanpassing genoemd. Deze operatie is beschikbaar voor volwassenen in heel Europa

H

Hate crime: Misdaad die wordt ingegeven door vooroordelen. In de meeste Europese staten omvat dit o.a. homofobie of transfobie.

Heteroseksueel: Emotioneel en/of fysiek aangetrokken zijn tot de leden van het andere geslacht.

Heteronormativiteit: Veronderstelling dat alle mensen heteroseksueel zijn en dat heteroseksualiteit de norm is. Geïnstitutionaliseerde heteroseksisme betekent heteroseksisme die systematisch en ingebed is; LHBTmensen zich onzichtbaar of geïsoleerd laten voelen.

Holebi is een samentrekking van de termen homoseksueel, lesbisch en biseksueel. Deze term deed zijn intrede in Vlaanderen in de jaren negentig. In Nederland is deze term vrij onbekend, al wordt hij de laatste jaren steeds vaker gebruikt. Tegenwoordig soms ook holebitrans.

Homofobie: Irrationele angst, haat, intolerantie of vooroordelen ten opzichte van holebis. Het kan zich uiten in verbaal, emotioneel, fysiek en seksueel geweld tegen holebis. Geïnternaliseerde homofobie betekent zelfhaat door LHBT mensen die homofoob zijn. Institutionele homofobie betekent homofobie die systematisch en ingebed is.

Homosueel: door Gerard Reve bedacht eufemisme

Homoseksueel: Algemene term voor iemand die zich fysiek/emotioneel aangetrokken voelt tot iemand van hetzelfde geslacht. Het kan verwijzen naar zowel lesbiennes als homoseksuele mannen. In Engelssprekende landen wordt het woord vaak denigrerend gebruikt en hebben woorden als Lesbian, Gay en Biseksual (LGB) de voorkeur.

Hotero: door Jan Rot gepopulariseerde term voor homo en hetero samen

I

In de kast zijn: Term die wordt gebruikt om lesbische vrouwen, homoseksuele mannen en biseksuelen die niet open zijn over hun seksuele gerichtheid te beschrijven. Dit kan geheel of gedeeltelijk zijn.

Intimidatie: Ongewenst gedrag of gedrag dat kan worden gebruikt om iemand overstuur te krijgen, te beledigen of te dwingen, vaak seksueel van aard. Net als pesten, wordt het vaak ingegeven door homofobie en transfobie.

Interseksualiteit: Bij interseksualiteit vertoont een lichaam zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken. Veel kinderen worden interseksueel geboren en hun geboorte geslacht wordt meestal gedefinieerd door een operatie. Dit veroorzaakt later regelmatig genderdysforie.

Intolerantie: Term voor fanatieke onverdraagzaamheid; verbieden gebaseerd op onwetendheid. Sommige mensen verwarren 'tolerantie' met acceptatie, want het is het tegenovergestelde van intolerantie. Maar we tolereren 'een slechte zaak, zoals een bepaald niveau van criminaliteit of vandalisme in onze gemeenschap. Daarom 'vieren' we liever in plaats van 'tolereren'.

J

Jeannet: scheldwoord voor (verwijfde) homo in Vlaanderen

L

Lesbisch: Term gebruikt om een vrouw die zich emotioneel/fysiek aangetrokken tot vrouwen voelt te beschrijven.

LHBT Afkorting van Lesbisch (L), Homo (H), Biseksueel (B) en Transgender (T). Veel gebruikte afkorting. Meest uitgebreide Engelse vorm is LGBTIQQTTAA in Canada. Staat voor Lesbian Gay Bisexual Transgender Intersexual Queer Questioning Tribal Transgender Asexual and Allies

LHBT geschiedenis maand in de VS elk jaar in oktober, in het Verenigd Koninkrijk elk jaar in februari. Een jaarlijkse bevestiging van de geschiedenis van de holebi's en hun prestaties over de hele wereld, gehouden om onze verborgen geschiedenis te vieren en mensen bewust te maken van wie we zijn en wat we hebben gedaan.

M

Medisch model: Model dat seksuele gerichtheid en/of gender variantie ziet als een medisch probleem. Voorstanders van het medisch model zullen de neiging hebben om LHBT mensen te zien als het hebben van een 'probleem' dat 'opgelost' moet worden door middel van medische interventie. Het medisch model heeft de neiging om homoseksualiteit en transgenderisme te pathologiseren en was gebruikelijk in Oost- en West-Europa in de twintigste eeuw. Zie Sociale model. In 2010 heeft Frankrijk 'transseksualiteit' verwijderd van de lijst van psychische stoornissen. Tot op heden is het het enige land dat dit heeft gedaan.

Mensenrechten: Overeengekomen criteria die elk individu mag verwachten, bijvoorbeeld rechtvaardigheid, vrijheid van meningsuiting en beweging etc. Vaak gebruikt met gelijkheid.

Mietje: scheldwoord voor een vermeend slappe en zwakke homoseksuele man, afgeleid van –sodomiet

MSM (Mannen die Seks hebben met Mannen): term die gebruikt wordt in de medische zorg en die het seksuele gedrag beschrijft, ongeacht de seksuele identiteit

M2F: Man-naar-vrouw (transseksueel). Ook bekend als Trans-vrouw.

N

Nicht: geaccepteerde benaming tussen homo's onderling, maar vaak afkeurend bedoeld door buitenstaanders. Samenstelling met dit woord zijn onder meer: leernicht, Reguliersnicht en roddelnicht.

O

Onderdrukking: Uitoefening van gezag of macht op een belastende, wrede of onrechtvaardige manier.

Outing: Onthullen dat iemand LHBT is tegen hun wil. In het Verenigd Koninkrijk en een aantal Staten van de VS, is het illegaal voor een werkgever om de transseksuele status van een werknemer aan een derde persoon bekend te maken zonder toestemming vooraf.

P

Pesten: Herhaald agressief gedrag bedoeld om iemand pijn te doen. Kan fysiek, mentaal en/of emotioneel zijn. Een persoon hoeft niet LHBT te zijn om homofobisch of transfobisch gepest te worden. In Europese landen vormen homofobie en transfobie de drijfveer achter een onevenredig hoog aantal pesterijen.

Poot: scheldwoord voor homo's, wat terugkomt in potenrammen

Pot: van lollepot afgeleid scheldwoord voor lesbiennes, maar door hen zelf ook als geuzennaam gebruikt

Pride: Pride in deze zin is een bevestiging van jezelf en de gemeenschap als geheel. De moderne 'trots' beweging begon na de Stonewall rellen in 1969.

Pride marsen zijn gebruikelijk in westerse samenlevingen.

Q

Queer: Alternatieve term voor LHBT. De term is ook gebruikt geweest op een denigrerende manier, zodat niet alle lesbische en homoseksuele mensen hier comfortabel mee zijn, maar veel jonge LHBT mensen gebruiken het als een bevestiging.

Questioning: Beschrijft een persoon die niet zeker is van zijn / haar seksuele gerichtheid.

R

Regenboog: Embleem van Gay pride, meestal weergegeven in een vlag formaat soms aangeduid als een "vrijheid vlag". rood: het leven oranje: genezing geel: zonlicht groen: natuur blauw: sereniteit/harmonie violet: spirit

Regenboog vlag, oorspronkelijk ontworpen door Gilbert Baker in 1978, is vergelijkbaar met, maar niet hetzelfde als de vrede vlag van zeven kleuren, op basis van een ontwerp van Picasso, die voor het eerst in een protest in Italië gedragen werd in 1961

Represailles nemen: Wanneer een persoon minder gunstig wordt behandeld omdat ze maatregelen hebben genomen ten aanzien van discriminatie zoals het indienen van een klacht. Represailles zijn onwettig.

S

Sekse: Mannelijk of vrouwelijk gebaseerd op (secundaire) fysieke geslachtskenmerken, i.q. penis en borsten.

Seksuele identiteit: Beschrijft de manieren waarop een persoon zichzelf seksueel identificeert. Bijvoorbeeld kan een persoon seks hebben met leden van hetzelfde geslacht, zonder zich te identificeren als lesbisch, homo-of biseksueel. Daarom is seksuele identiteit niet hetzelfde als seksuele gerichtheid.

Seksuele gerichtheid of Seksualiteit: Emotionele, romantische en/of seksuele aantrekking tot hetzelfde of andere geslacht partners.

Sociale model: Model dat seksuele gerichtheid of genderidentiteit ziet als een onderdeel van de diversiteit van het menselijk ras. Voorstanders van het sociale model hebben de neiging om de maatschappij en haar instellingen te zien als het obstakel dat holebi's discrimineert of waarin aan hun behoeften niet wordt voldaan. Het sociale model is of wordt goedgekeurd in de meeste Europese landen in de 21e eeuw. Zie Medisch model.

Stereotiep: Vaste, algemeen gehouden notie of het imago van een persoon of groep, op basis van een oversimplificatie van een aantal waargenomen gedragingen of eigenschappen. Over het algemeen zijn stereotypen negatief. Van kinderen worden meestal verwacht dat zij voldoen aan gender-stereotypen.

Straight: informele term voor mensen die heteroseksueel zijn.

Straight 'handelen': homo of lesbisch zijn maar geen uiterlijk vertoon laten zien.

T

Tolerantie: Zie Intolerantie

Transgender: wordt steeds vaker gebruikt als een overkoepelende parapluterm voor iedereen die zichzelf op welke manier dan ook, als lid van de andere sekse laat zien of zich zo voelt, dan hoe hij of zij geboren is: transseksueel, androgyn, travestiet, en andere manieren van genderbeleving die niet overeenkomen met het traditionele beeld van de indeling in één der twee geslachten.

Transgenderisme is een gedragspatroon van een persoon die door het leven gaat als iemand van het andere dan het biologische geslacht of tussen man en vrouw in balanceert. De transgenderist heeft echter geen geslachtsveranderende, operatieve ingreep gehad of vindt deze achteraf niet bepalend voor het gendergevoel; de meesten zijn de ingreep ook niet van plan, doch soms kan een gedeeltelijke verandering al plaatsvinden door hormoongebruik. Dit kan komen door het zich bewust niet willen laten opereren of wanneer dit, door medische, emotionele, psychologische, maatschappelijke of financiële redenen, niet mogelijk of niet gewenst is.

Transfobie: Irrationele angst, haat, intolerantie en vooroordelen naar transmensen. Het kan zich uiten in verbaal, emotioneel, fysiek en seksueel geweld tegen transgenders.

Transseksueel: Juridische term voor iemand die zich voorbereidt om een geslachtsaanpassende operatie te ondergaan / ondergaat / heeft ondergaan. Het is beledigend om een persoon als transseksueel te beschrijven (zoals je wel kunt verwijzen naar een homo of lesbienne als een homoseksueel), men moet iemand altijd identificeren als een persoon in het geslacht waartoe zij zich identificeren. Het is wel goed om de term transseksueel te gebruiken als bijvoeglijk naamwoord, bijvoorbeeld 'Transseksuele status' of 'transseksuele achtergrond'

Travestie: Gekleed gaan als een lid van de andere sekse dan men zelf is. Iemand die aan travestie of travesti doet heet een travestiet. Travestie komt zowel bij mannen als vrouwen voor. Bij een vrouw in mannenkleding spreekt men van travesti.

Tribal Transgender: eeuwenoude culturele vormen van transgender in Noord-Amerika (Berdache), India (Hijra's), Polynesië (Fafafini) en elders;

U

Uit de kast komen: Het proces waarbij iemand erkent homo, lesbisch, transgender of biseksueel te zijn en er voor kiest om hierover open naar anderen te zijn. Mensen kunnen 'totaal' of 'gedeeltelijk' uit de kast zijn; bijv. open naar vrienden, maar niet naar familie of vice-versa.

Utrechtenaar: ouderwets scheldwoord voor homoseksuele man

V

Van hetzelfde geslacht: Bijvoeglijk naamwoord dat vaak gebruikt wordt in relatie tot andere termen, zoals bijvoorbeeld in plaats van homohuwelijk spreekt men van huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht.

Verschillen: Erkenning dat we niet allemaal hetzelfde zijn. Herkennen, accepteren en het vieren van verschil maakt deel uit van de ontwikkeling van een gelijkheid in de samenleving. Zie Diversiteit.

Vooroordeel: Vooropgezette overtuiging, mening of oordeel in de richting van een groep mensen.

Vrienden van: Mensen die zich niet identificeren als LHBT, maar die LHBT gelijkheid ondersteunen.

Z

Zero-tolerance: Juridische beleidsbenadering van gelijkheid waarin er geen acceptatie toegestaan wordt van racisme, antisemitisme, homofobie, transfobie enz., inclusief schelden door de jeugd.

Zichtbaarheid: Hoe zichtbaar een groep is bij het grote publiek. Jonge holebi's voelen zich vaak 'onzichtbaar' omdat ze niet zien of horen over iemand zoals zijzelf.