Skip to content

Onderzoek naar stereotypen

Dit lesmateriaal wordt ondersteund door onderzoek dat is uitgevoerd in het onderwijs in vier deelnemende landen: Bulgarije, Italië, Nederland en Spanje. Ondanks de verschillen, zijn er ook overeenkomsten vastgesteld die als inleiding op dit hoofdstuk dienen:

Wij blijven bezorgd over de voortzetting van de productie, reproductie, het onderhoud en de versterking van de genderrollen bij kinderen en jongeren, op basis van heteroseksistische, seksistisch en zelfs homofobe modellen:

Scholen en gezinnen beseffen dat ze invloed verliezen als socialiserende kracht ten opzichte van de toenemende invloed van nieuwe socialiserende instanties (video games, televisie, tv-series, films, enz.), waarin sterk geconventionaliseerde mannelijke en vrouwelijke rolmodellen aan jongeren en adolescenten worden voorop gesteld. Deze nieuwe invloeden zijn moeilijker tegen te gaan of te reguleren.

Moeilijkheden, angsten of vooroordelen van de gezinnen, die voortvloeien uit hun schoolse ervaring, werden door opvoeders geïdentificeerd als barrières, en als basis voor vooroordelen en angsten over diversiteit bij de communicatie met jongeren en adolescenten.

Diegenen die deel hebben genomen aan dit project hebben gewaarschuwd tegen de toename van geweld in het algemeen, zowel kwantitatief (meer agressie, ook door meisjes) en kwalitatief (verbaal, sociaal, psychologisch, cyberpesten). Zij maken zich zorgen over het veelvuldig voorkomen en accepteren van homofoob gerelateerd geweld. Studenten, docenten, het schoolmanagement, maar ook leeftijdgenoten en ouderorganisaties reageren hier veelal passief op. Zij ontkennen en kijken weg om maar niet te hoeven ingrijpen, te straffen of de agressie de kop in te drukken. Deze alomtegenwoordige agressiviteit gaat samen met verbale pesterijen, veelal in de vorm van homofoob taalgebruik dat zelden aan de orde wordt gesteld door de docent. Kortom: seksuele diversiteit is geen prioriteit op scholen, terwijl het wel zo zou moeten zijn. Homoseksualiteit is een realiteit die zichtbaar moet worden gemaakt. Biseksualiteit en transseksualiteit worden zelfs in het geheel niet erkend en benoemd.

Ondanks deze conclusie zijn de meeste deelnemers het er over eens dat de situatie beter is dan enkele jaren geleden. Een diversiteit aan gezinnen en hun samenstelling is op vele scholen in Europa vanzelfsprekend. Woorden zoals “tolerantie”, “respect” of “gelijkheid” zijn waarden die politiek correct en sociaal geaccepteerd zijn. Maar veelal ontbreekt het nog aan een echte vrijheid op het terrein van diversiteit.

Het werk van de holebi-verenigingen wordt erkend. Ze creëren ruimte voor dialoog, ontmoeting, tot vaststelling van identiteit etc, en bevorderen van een algemeen bewustzijn en zichtbaarheid van de LHBT gemeenschap. Sommige van deze verenigingen hebben ruime ervaring in het trainen en adviseren van studenten, scholen en in toenemende mate gezinnen.

Veel scholen gaven aan dat het materiaal over deze onderwerpen schaars of verouderd is. Daarom zien zij een noodzaak voor het ontwikkelen van een divers aanbod van nieuw materiaal dat gericht is op een breed publiek zoals gezinnen, ouderverenigingen, kinderopvang, docenten en studenten, toekomstige leerkrachten, maar ook jongeren en kinderen van alle leeftijden.

Ten slotte hebben we samengewerkt om een praktische handleiding voor leerkrachten te maken die zij kunnen gebruiken om dit project op school te introduceren, waarbij het gaat om integratie en inclusie; om samen meer begrip voor elkaar te creëren en samen te leven. We willen een klimaat scheppen van vertrouwen, identificatie en empathie, waarbij seksuele diversiteit op een prettige, ongedwongen en speelse manier in het onderwijs aan bod kan komen.